WILLEMS Alfons - Pvt - Mat 0825 - 2nd Company

VERRIJDT Gustaaf - Pvt - Mat 0826 - 2nd Company

 
 

 

Getuigenis van Willems Alfons,  verschenen in het
trimestrieel informatieblaadje van Mechelen
verantwoordelijke uitgever : Logé Hendrik

 

Willems Alfons - 2e Compagnie - Stam 0825

Verrijdt Gustaaf - 2e Compagnie (1e Pl - Mach Gun) - Stam 0826

 

Hoe ik bij de Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië geraakte

Op vrijdag 10 mei 1940,  zowat rond 6uur werd ik uit mijn slaap gerukt door zwaar motorengeronk.  Een autocolonne?,  tanks?.  Nieuwsgierig sprong ik uit mijn bed,  trok snel hemd,  broek en pantoffels aan en snelde buiten.  Het geronk kwam van boven en daar zag ik nog net verscheidene vliegtuigen in eenden-formatie voorbij vliegen.  Terug in huis draaide ik uit gewoonte de radio aan
en maakte me gereed om naar mijn werk te gaan.  Plots spitste ik de oren. Speciaal nieuwsbericht,  “Duitse inval in België”.  OORLOG!!!
’s Anderendaags,  belgerinkel in de straat.  De commissaris van politie in eigen persoon die luidop mededeelde dat alle weerbare mannen van 16 tot 35 jaar onmiddellijk het leger moesten vervoegen te Ieper.
Zondag,  12 mei 1940.  Met een dertigtal jonge kerels en gehuwden van Bonheiden en St. Katelijne Waver trokken we op weg.  In het station te Mechelen stond een trein klaar met bestemming Ieper.  Boordevol mannen uit het Mechelse reden we tot tegen Aalst.  Een beschadigde brug!  Iedereen moest uitstappen en te voet trokken we de brug over,  gevolgd door een zeer traag rijdende trein.  Aan de overkant van de brug stapten we terug op de trein.  In Ieper werden we ondergebracht in een cinemazaal.  ’ s Nachts hoorden we rare geluiden,  twee ouderen onder ons gingen op verkenning.  Bij hun terug-komst gingen ze onmiddellijk op zoek om de rijkswacht of het leger in te lichten.  Naderhand kregen we gelukwensen van een Belgisch officier.  Het bleek een spion te zijn die berichten doorseinde.

Enkele dagen later waren we nabij Voormezele tegen de Franse grens.  We spitsten de groep in twee.  Mijn groep hield halt juist vóór de grens om een stukje te eten.  De tweede groep echter stapte door en trok de grens over.  Ze belandden in het zuiden van Frankrijk en enkele maanden later waren ze terug in België om aldus de vier volle bezettingsjaren te ondergaan.  Mijn groep,  na gegeten te hebben,  mocht de grens niet meer over.  We volgden de grens in westelijke richting tot we de kans zagen om de grens over te steken.  Per trein geraakten we in de havenstad Cherbourg en per boot tot Southampton om daar voet aan wal te zetten.  ENGELAND!!!!

Van Southampton naar Londen.  We werden er ondergebracht in het Wembley stadion.  Na verscheidene langdurige en zeer scherpe ondervragingen werden er drie jonge mannen aangehouden en weggevoerd.  We zagen ze nooit meer terug.  Spionnen???

Werk vinden was een ander paar mouwen,  we kenden geen Engels,  we waren vreemdelingen en … Belgen waren in ’t begin niet zo graag gezien.  Waar enkelen er toch in slaagden een job te bemachtigen was dit voor de meeste onder ons niet weggelegd.

In september 1940 trokken we met enkelen naar Londen waar we bij de Belgische Consul in Eaton Square onze diensten aanboden om als oorlogs- vrijwilliger het Belgisch leger in Tenby te gaan vervoegen.  Gezien mijn leeftijd,  30 jaar,  was ik op dat ogenblik de oudste der Belgische vrijwilligers met stamnummer 0825.  Mijn stiefzoon,  Verrijdt Gustaaf,  16 jaar was één van de jongste vrijwilligers en kreeg het stamnummer 0826.

Na veel ervaring te hebben opgedaan door een harde opleiding zoals o.a. : lijf aan lijfgevechten,  allerhande maneuvers,  schietoefeningen,  nacht- oefeningen,  overschrijden van waterlopen op diverse wijze,  het buitenslapen op beton,  stro,  gras of in grachten al dan niet gevuld met water,  geplaagd door de vele kolonies muggen en ander ongedierte,  dit schouwspel speelde zich af in het land van Wales.  De vele fictieve oorlogsoefeningen tegen Nederlanders,  Tchechen,  Noren,  Engelsen,  Schotten,  Canadezen,

Nieuwzeelanders tot zelfs tegen de Home-Guards.  We begonnen met afgedankte soldatenkleren,  de één met een broek,  de ander met een vest, enfin,  de naam soldaat niet waardig betreffende kledij.  Er werd eerst met stokken geoefend in plaats van met geweren.  Gelukkig beterde dit geleidelijk tot we in 1943 uitstekend en modern materieel kregen.  Tijdens onze opleiding werden er voortdurend mannen weggenomen om de Para’s en Commando’s te gaan vervoegen.  Eveneens vertrokken mannen naar de Luchtmacht en de Zeemacht.  Ik was tijdens mijn verblijf in Groot-Brittannië voetballer bij het Belgisch militair elftal.

Eindelijk de landing.  De jacht op de Duitsers in Frankrijk,  België en Nederland.  Een honderdtal gesneuvelden en viermaal zoveel gewonden aan onze zijde bekoelden enigszins de vreugde van de bevrijding.  Dan volgde nadien de heuglijke thuiskomst van ieder onder ons,  zoals in Pasbrug  waar ik als eerste Belgische bevrijder van de Brigade Piron thuis kwam.  Na vier lange,  ellenlange jaren zag ik mijn echtgenote terug.

Wat een enorme ontroering,  met geen woorden te beschrijven.
Het onthaal dat Gustaaf en ikzelf kreeg van de Pasbrug bevolking was enig.

NOOIT,  NOOIT zal ik dit vergeten!

PASBRUGGENAARS   IK DANK U !!!